De Hoge Raad heeft in een uitspraak van 25 november 2016 antwoord gegeven op een aantal vragen over de vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De Hoge Raad is streng en neemt de consument in bescherming.
In een eerdere noot onder het arrest dat het gerechtshof in Den Bosch op 14 april 2015 gewezen heeft, heeft Yves Jansen beschreven hoe verschillend rechters een standaardbankgarantie kunnen waarderen. Als een wederpartij conservatoir beslag gelegd heeft, dan dient dat beslag opgeheven te worden als voor de nakoming van de vordering waarvoor beslag gelegd is “voldoende zekerheid” geboden wordt.
Bij het financieren van zakelijke activiteiten komt het vaak voor dat door de financier, meestal een bank, aan de ondernemer of aan een moedervennootschap wordt gevraagd mee te tekenen. Dat kan grofweg op twee manieren. Of de ondernemer c.q. moeder verbindt zich met de hoofdschuldenaar – de partij die de schuld eigenlijk aangaat – voor het geheel als hoofdelijk mede schuldenaar, of er wordt een overeenkomst van borgtocht opgemaakt. Dat laatste komt in de MKB financiering veelvuldig voor.
Een schuldeiser kan ten aanzien van één schuld twee hoofdelijk aansprakelijke schuldenaren hebben. Hij kan dan zowel de ene, als de andere schuldenaar aanspreken op betaling van de hele vordering. Voldoet de ene schuldenaar de volledige vordering, dan kan deze het deel dat hij in zijn onderlinge verhouding met de andere schuldenaar te veel betaald heeft op grond van een regresrecht verhalen op de ander.
Sinds enkele jaren kent de wet de mogelijkheid van ‘Vormerkung’; het inschrijven in de openbare registers van de koop van een registergoed, zoals een woning. Door deze Vormerkung wordt de koper gedurende zes maanden beschermd tegen latere vervreemdingen, bezwaringen, verhuringen door of een faillissement of schuldsanering van de verkoper. Dat heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat een verhaalsbeslag, dat een schuldeiser op de verkochte maar nog niet geleverde woning van de verkoper legt, niet tegen de koper kan worden ingeroepen.
Eens in de zo veel tijd komt er een gerechtelijke uitspraak voorbij, waarvan je denkt: “Die kán niet kloppen”. Zo’n uitspraak is www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BY2198 van de rechtbank te Arnhem. De rechtbank oordeelde in die casus over een vordering waarvan de gedaagde partij stelde dat die verjaard was.
“Van een kale kip kun je niet plukken” is een veel gehoorde kreet. Meestal leidt de vaststelling dat iemand van wie je iets te vorderen hebt niets heeft, tot de verstandige conclusie dat het geen enkele zin heeft om rechtsmaatregelen te nemen. Immers: je kunt wel advocaat- en gerechtskosten maken en daarmee een prachtig veroordelend vonnis krijgen, maar als de schuldenaar geen enkele verhaalsmogelijkheid biedt, kun je daar helemaal niets mee.
Ons kantoor heeft alle expertise in huis om uw onwillige debiteuren te incasseren. Huver Advocaten begeleidt het hele incassotraject. Dit betekent dat u bij ons aan het goede adres bent voor het opstellen van sommatiebrieven, het leggen van conservatoir beslag, het aanvragen van het faillissement en - als het niet anders kan - het voeren van een procedure tegen uw wanbetaler. Het enige dat wij van u vragen is dat u ons de noodzakelijke gegevens aanreikt. U moet hierbij denken aan:
Het incassotarief van Huver Advocaten voorkomt dat u meteen wordt geconfronteerd met onvoorspelbare kosten. Wij zullen uw onwillige debiteur sommeren tot betaling. Zo nodig herhalen wij dit of maken we betalingsafspraken. Dit kost u € 175,00 (exclusief BTW), ongeacht de hoogte van de vordering.
Vanzelfsprekend houden wij de wanbetaler aansprakelijk voor de kosten. Mochten deze sommaties niet tot een betaling leiden dan zullen wij contact met u opnemen om te bekijken wat in uw specifieke geval de meest wenselijke aanpak is.